top of page
Michael Hameleers

Populisme. Maar wat betekent dat nou eigenlijk?

Steeds vaker wordt er gesproken over populisme. Voornamelijk het populisme van Geert Wilders en zijn PVV. Maar ook de populistische berichtgeving van kranten en websites. En bij vlagen zelfs de populistische opmerkingen van Mark Rutte. Het lijkt wel alsof iedereen die “tegen” iets is en een directe, emotionele stijl gebruikt om dit te communiceren wordt uitgescholden voor een populist. Is dit terecht of worden zij veelal vals beschuldigd?

Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst kijken wat populisme betekent. Ook al bestaat er in de wetenschap nog steeds onverdeeldheid over hoe we populisme moeten plaatsen – als vertoog, als ideologie of als strategie – er bestaat inmiddels consensus over wat de kern van populisme inhoud. In populisme draait het om de constructie van een “wij” versus een “zij” groep. De wij-groep wordt voorgesteld als het gewone, onschuldige volk. De brave burgers dus. De zij-groep bestaat in ieder geval uit de corrupte elites. Moreel beschouwd zijn zij slecht omdat ze de belangen van het gewone volk, de wij-groep, niet behartigen. Populisme articuleert dus een antagonistische visie op de samenleving: er is een verdeling tussen de homogene “goede” wij-groep en de homogene “slechte” zij-groep.

Maar wat is er dan gebeurd met al die immigranten waar Wilders zich zo druk om maakt? De constructie van immigranten als zij-groep kan onderdeel uitmaken van populisme, maar dat geldt alleen voor rechts-populisme. Deze vorm van populisme wordt ook wel exclusionistisch populisme genoemd.

Je kunt dus niet alle populisten over één kam scheren. Het soort populisme wordt grotendeels bepaald door hoe de ander wordt voorgesteld. Het populisme van de PVV kan worden gezien als compleet rechts populistisch, gezien het de politieke elite in de EU en de nationale overheid alsmede de immigranten en de Islam als zij-groep neerzet. Als we de minimale definitie van populisme aanhouden, kan de SP als anti-elite populistisch worden beschouwd. Ook al zijn de meningen hierover verdeeld.

Nu we de kern van het populistische recept hebben uitgelicht, kunnen we op zoek gaan naar de specerijen. Dit zijn de ingrediënten waar het meeste onenigheid over bestaat in de academische wereld. Waar sommige wetenschappers het charismatische leiderschap van populistische politici als definiërende eigenschap beschouwen, hebben andere wetenschappers geen enkel bewijs gevonden dat populistische leiders meer afhankelijk zijn van hun charisma dan leiders van mainstream politieke partijen. Een meer gerechtvaardigde conclusie over de rol van charismatisch leiderschap is dat het een faciliterende rol kan spelen in het overbrengen van populistische boodschappen.

Dan de andere smaakversterkers. Internationaal gewaardeerde publicaties over populisme spreken vaak over de eenvoudige en emotionele stijl van populistische communicatie. Door het gebruik van oneliners, eenvoudige argumenten en het aanspreken van de gewone man, proberen populistische leiders zich voor te doen als leden van het gewone volk. Daarnaast spelen populisten in op negatieve emoties van angst en woede tegenover de dreigende zij-groep. Positieve emoties van saamhorigheid en verbondenheid worden toeschreven aan de wij-groep van het gewone volk. In feite faciliteren deze emoties dus ook de kern van het populisme: Het scherpstellen van de grens tussen de wij-groep en de zij-groep.

Nu we de kern- en randvoorwaarden van het populisme hebben uitgelicht, kunnen we het verband tussen populisme en de media verder onder de loep nemen. Sommige wetenschappers geloven dat populisme overal kan zijn: in kranten, op televisie en zelfs in reclames. Deze groep wetenschappers ziet de relatie tussen de media en populisme voornamelijk als het actief verspreiden van het populistische gedachtegoed door de media zelf. Hierbij wordt gesteld dat tabloid kranten populistischer zijn dan kwaliteitskranten. Empirisch onderzoek heeft tot de dag van vandaag echter nog geen overtuigend bewijs geleverd voor deze claim.

Andere wetenschappers omschrijven de relatie tussen de media en populisme als faciliterend. Populisme is nieuwswaardig omdat conflict en negativiteit centraal staan. Deze waarden worden gecommuniceerd in een gepersonaliseerde en emotionele stijl. Populisme resoneert met de dominante nieuwswaarden. In lijn met deze redenering kan het succes van populisme deels worden toegeschreven aan de disproportionele aandacht die de media schenkt aan populistische politici.

In dit artikel is een wetenschappelijk gefundeerde definitie van populisme geschetst. Volgens deze definitie bestaat er niet zoiets als algemeen populisme, er zijn immers verschillende soorten te onderscheiden. Daarnaast kan populisme beschouwd worden als een continuüm. Iets of iemand is niet per se wel of niet populistisch, maar kan in bepaalde contexten meer of minder populistisch zijn. Dit theoretische kader helpt om het populisme van Wilders, Rutte en de kranten met meer precisie te plaatsen. Wilders en Rutte zijn niet beide populistisch, maar het is bewezen dat Wilders vaker en sterker populisme communiceert dan Rutte. Een bepaald nieuwsartikel in de Telegraaf kan elementen van populisme bevatten, maar de krant zelf is niet per se populistisch. Een genuanceerd antwoord op de vraag wat populisme is kan ons helpen de politieke wereld om ons heen beter te begrijpen.

bottom of page